Dramales Taal in Beeld (d), blok 4, lessen 3, 7 en 11
Door: Femke Cools
Doelgroep: groep 7(8)
Doel: aanleren gebiedende wijs, aanvoegende wijs en ontkenning
Materiaal: projectie uitleg taalboek op digibord, taalboeken, schrift
Overige vakgebieden: spreekvaardigheid, luistervaardigheid, dramatische vorming
Deel 1: instructie inhoud
Korte uitleg m.b.v. digibord: gescande uitleg van taalboek. Geven en laten geven van voorbeeldzinnen.
Les 4.3 Gebiedende wijs
Je kunt een mededeling doen, een vraag stellen, maar ook een bevel, gebod of goede raad geven. De laatste drie zijn vormen van de gebiedende wijs. Ze gebieden je wat te doen: er komt een gebod, een opdracht. Die is vaak dwingend en op schrift zie je vaak een uitroepteken achter zo’n zin. Er staat ook geen onderwerp in. Voorbeelden: Zeur niet zo! Sta eens op! Zit stil!
Les 4.7 Aanvoegende wijs
Oud taalgebruik. Vaak in een wens, aanwijzing, aansporing, recept. Voorbeelden: Men neme een ei, Men bakke het ei, Zij leve hoog, Leve de koningin!
Les 4.11 Ontkenning
- woorden: niet, nooit, geen
- woorden: niets, niemand, nergens
- woorden met vaste stukjes ont~, on~ en ~loos, zoals ontwennen, onmogelijk, zorgeloos.
Deel 2: inoefening en verwerking in een toneelstukje
De groep wordt verdeeld in 6 groepjes van 5 kinderen. Twee groepjes gaan een toneelstukje bedenken waar les 4.3 centraal staat, 2 waarin 4.7 centraal staat en twee waarin 4.11 centraal staat. De eis is dat er duidelijk zinnen worden gebruikt waaruit blijkt dat het groepje weet waarover de les gaat.
Deel 3: toneelstukjes opvoeren, gericht luisteren en verwerken in schrift
Spelen van de toneelstukjes. De rest van de groep noteert tijdens het kijken en luisteren, zinnen in het taalschrift die horen bij de betreffende gespeelde les. Na het toneelstukje mag het publiek zinnen noemen waaruit bijv. de gebiedende wijs bleek. Het toneelgroepje en de leerkracht geven feedback. Ze geven ook tips. Hoe had het duidelijker gekund? Klopten alle zinnen? Wie weet nog een zin die had gepast in dit toneelstukje om nog beter te laten zien en horen wat de gebiedende wijs nu precies is? Zo ook de andere groepen laten spelen.
Deel 4 Evaluatie en reflectie
Wat hebben we geleerd? Hoe hebben we het geleerd? Hoe was het om op deze manier bezig te zijn met de lesstof? Waarom eiste ik dat er meegeschreven werd in het schrift tijdens het kijken naar de toneelstukjes? Wie kan nu uitleggen wat de gebiedende wijs is? Wie weet welke voorbeelden van ontkenning we hebben gehoord? Bedenk nog eens een zin in de aanvoegende wijs.
Slim is om ook kinderen aan te wijzen die de vinger niet opsteken. Zo kun je controleren of het ook bij hen beklijft. Als een kind het antwoord niet weet, is dat niet erg, maar kom je een paar beurten later bij hem terug. Hij heeft dan meer voorbeelden gehoord en kan nu vrijwel zeker wél antwoord geven op de vraag.
Tip: als je het dramaspel ‘De bushalte’ weleens speelt als tussendoortje, dan kan daar heel gemakkelijk een herhaling plaatsvinden van bovenstaande behandelde stof.
|
Dramales TIB (d) blok 4 lessen 3-7-11, Femke Cools, februari 2013
|
|